Een begrip in colocatie, rackspace, datacenters en connectiviteit

Bandbreedte

Bandbreedte in de context van IT, internet en telecommunicatie geeft aan hoeveel data een verbinding kan overdragen binnen een bepaalde tijd. Hoe groter de bandbreedte, hoe meer informatie de verbinding kan transporteren. Bij een internetverbinding geeft het aantal gigabit per seconde (Gbps) de maximale ruimte voor gegevensoverdracht binnen dit genoemde tijdsbestek aan. Een grotere bandbreedte zal leiden tot sneller én stabieler internet, omdat het daardoor op enig moment méér data tegelijkertijd kan versturen en ontvangen. Zo leidt extra bandbreedte tot snelle(re) paginalaadtijden, downloads en bestandsoverdrachten.

BGP

Het Border Gateway Protocol (BGP) vormt de basis voor het routeringsprotocol van het internet. Dankzij het BGP kunnen onafhankelijke netwerken van providers desgewenst ook met elkaar communiceren. In andere woorden, via BGP kan het netwerkverkeer routeren tussen de autonome netwerken van verschillende providers. Zonder het bestaan van BGP zouden er geen onderlinge routes tussen providers mogelijk zijn, en zouden hun netwerken enkel en alleen op zichzelf staand kunnen werken.

Colocatie (Colo)

Colocatie biedt rackspace – rekruimte – voor servers en bijbehorende hardware in een gemeenschappelijk, beveiligd, professioneel datacenter, met stroom, koeling, brandveiligheid, beveiliging, certificering en remote hands. Afgekort wordt colocatie ook wel colo genoemd.

Meer informatie? Zie onze uitgebreide uitlegpagina over colocatie.

Connectiviteit

In de context van een serverruimte in een datacenter kan het garanderen van (internet)connectiviteit niet ontbreken. Dé reden van het bestaan van een server is immers dat deze bijvoorbeeld een website zijn plek geeft op het wereldwijde net. Internetconnectiviteit is niet alleen cruciaal voor de online connectie van de server met het web, maar ook voor de verdere invulling van het zakelijk netwerk.

Cloud Connect

Cloud connect heeft betrekking op het verzorgen van een directe verbinding met de public cloud, zoals voor hosting, back-ups en het opslaan van bestanden en data. Dit staat ook wel bekend als hybride IT. Public cloud providers zijn bijvoorbeeld Amazon Web Services, Microsoft Azure, Google Cloud Platform, IBM Cloud, Oracle Cloud, Salesforce Cloud, SAP Cloud Platform en Nutanix Enterprise Cloud. Huur je colocatie in een datacenter met flexibele cloud connect? Dan kun je je IT-infrastructuur via een low latency verbinding veilig, rechtstreeks koppelen aan je eigen cloud omgeving. Zo kies je per dienst zelf vanuit welke infrastructuur je deze aanbiedt. Dit biedt een maximale flexibiliteit en performance.

Cloud Provider

Een cloud provider biedt oplossingen voor de opslag en verwerking van applicaties en data in de cloud. Cloud computing is eenvoudig, schaalbaar en vrij van investeringen in eigen hardware. Bekende aanbieders zijn Amazon Web Services, Microsoft Azure, Google Cloud Platform, IBM Cloud, Oracle Cloud, Salesforce Cloud, SAP Cloud Platform en Nutanix Enterprise Cloud.

Cross Connect

Een cross connect is een interne verbinding binnen één en hetzelfde datacenter; tussen het ene rack en een ander rack (van een derde). Het is feitelijk een colocatie dienst voor het leggen van een privé verbinding, rechtstreeks naar de faciliteiten van een andere partij. Een cross connect verloopt over het algemeen via fiber ofwel glasvezel (of eventueel nog via een koperverbinding).

Cross connects komen veel voor. Verbindingen binnen het datacenter zijn namelijk goedkoper dan langere verbindingen naar ver(der) weg gelegen panden. Heb je als colocatie klant rechtstreekse verbindingen nodig naar diensten van andere organisaties en bedrijven? Dan loont het dus als deze partijen zich in hetzelfde datacenter bevinden.

Voor een cross connect levert de colocatie dienstverlener de benodigde aansluitingen in het rack. De eigenaar van de (server)apparatuur kan, voor het leggen van een inpandige verbinding, hiermee zelf patchen en de benodigde kabels inpluggen, in het eigen rack.

Voor het aanvragen van een cross connect is ook een LOA nodig: een Letter of Authorization (zie verderop deze pagina).

Dark Fiber

“Hebben jullie voor ons een dark fiber?” Die veel gestelde vraag gaat over een volledig exclusieve glasvezelverbinding voor een langeafstandstraject, van punt A naar punt B. Die begin- en eindpunten van de dark fiber liggen niet noodzakelijkerwijs in een datacenter.

Op een zogeheten dark fiber staat letterlijk geen licht; vandaar de naam. Het is de langste rechtstreekse glasvezelverbinding. Het is een extensie van een metro connect – een fiber binnen dezelfde stad of metropool. Dat betekent dat de dark fiber buiten de grenzen van een metropool gaat. Denk aan een netwerktraject van de ene naar de andere stad.

De dark fiber is, kun je zeggen, de meest exclusieve netwerkverbinding, gevolgd door een WDM verbinding en daarna een VLAN. Zie ook de uitleg van die begrippen elders op deze pagina.

Datacenter

Een datacenter is een centrale locatie voor het veilig en efficiënt onderbrengen van servers en bijbehorende bedrijfskritische IT-hardware van externe klanten. Het biedt een back-up stroomvoorziening en faciliteert (internet)connectiviteit in een zakelijke netwerkomgeving. Een professioneel datacenter biedt ruimte voor colocatie en heeft een volledige focus op klimaatbeheersing, brandveiligheid, redundantie, bewaking en beveiliging. Alles is er ingericht op het te allen tijde behouden van maximale beschikbaarheid van de servers en applicaties.

Meer informatie? Zie onze uitgebreide uitlegpagina over datacenters.

Dataverkeer

Dataverkeer geeft het verbruik aan bij internetgebruik, uitgedrukt in het aantal bytes. Internetgebruik kan bestaan uit het bezoeken en daarmee laden van een website, het actualiseren van je site, het versturen van een e-mail, het gebruik van een app, het aanleggen van een serververbinding, en vele andere toepassingen van digitale informatie.

Het begrip dataverkeer komt daarmee veel voor in de bedrijfstakken van webhosting en colocatie. Aanbieders van deze diensten drukken het aangeboden dataverkeer meestal uit in een maximaal aantal gigabytes. Ofwel het totaal aan digitale data-overdrachtscapaciteit dat beschikbaar is vanaf de server(s) naar apparaten zoals computer, laptop en smartphone.

DSL

DSL staat voor Digital Subscriber Line. Dit type verbinding zorgt voor digitale communicatie, waaronder internet, via een koperdraadverbinding. Ook de vaste telefoonkabel maakt gebruik van deze techniek. DSL voor internet maakt gebruik van een modem voor het ontvangen en omzetten van een hoogfrequent signaal vanuit het telefoonnetwerk. Het is één van de soorten internetverbindingen, naast kabel, glasvezel en (mobiel) 4g. DSL bestaat al sinds lange tijd als ADSL: Asymetrical Digital Subscriber Line. De opvolger ervan is VDSL: Very high bitrate Digital Subscriber Line. Deze biedt een hogere internetsnelheid.

FTTH

FTTH staat voor Fiber To The Home. In het Nederlands: glasvezel tot aan de woning. Dit betreft een internetverbinding waarbij óók het allerlaatste gedeelte tot in het huis bestaat uit glasvezelkabel (en niet een telefoonkabel of coaxkabel). De voordelen van glasvezel zijn de grote bandbreedte mogelijkheden over een grote kabelafstand. Ofwel, FTTH biedt een hoge internetsnelheid, tot wel 1 Gbps (gigabit per seconde).

Full Rack

Een full rack in een datacenter is een volledige, gestandaardiseerde serverkast. In de meest voorkomende 19 inch breedte-variant is het full rack 42 tot 47 rack units hoog. Eén Rack Unit (RU of U) is de gestandaardiseerde eenheid van 1,75 inch hoog. Voor het plaatsen van een server, router en/of aanverwante IT-hardware zijn, afhankelijk van de hoogte, één tot enkele units nodig. De diepte van een rack zoals een full rack, of in het Nederlands eenvoudigweg heel rack, is doorgaans 100 centimeter of 120 centimeter. Naast een full rack kun je bij colocatie in een datacenter ook een half rack huren dan wel een andere maat shared rack.

Gbps

Gbps is de afkorting van gigabit per seconde. Een andere verkorte aanduiding is Gbit/s. Het is de eenheid voor de snelheid van dataoverdracht, met name toegepast in relatie tot internet en computernetwerken. De eenheid 1 Gbps staat voor één miljard (1.000.000.000) bits per seconde. Een normale (zakelijk) internetsnelheid is bijvoorbeeld 1 Gbps, terwijl bij de betere colocatie en datacenter diensten ook 10 Gbps en 100 Gbps tot de mogelijkheden behoren.

Glasvezelverbinding

Een netwerkverbinding op basis van glasvezels zorgt voor het delen van data met potentieel de snelheid van het licht. Glasvezels zijn letterlijk dunne vezels (fibers) van speciaal glas. De dikte van zo’n flexibele vezel is te vergelijken met die van een mensenhaar. Om deze te beschermen, zijn de glasvezels ingepakt in een bekabeling met kunststof omhulsel.

Een glasvezelverbinding transporteert licht en data ultra snel en efficiënt, mede door de constructie ervan. De techniek zorgt dat het licht in de fiber intern reflecteert, zodat het veel data tegelijkertijd kan versturen, over een grote bandbreedte, zonder verlies van kwaliteit.

De totale glasvezelverbinding bestaat uit een groot netwerk van ondergrondse kabels. Aan de uiteinden liggen er vertakkingen die reiken tot dichtbij, aan of zelfs in het bedrijfspand of de woning. In het laatste geval is er sprake van een FTTH (Fiber To The Home) verbinding.

Half Rack

Een half rack, 1/2 rack of semi rackspace betreft het huren van 21 rack units in één van de 19 inch serverkasten in een datacenter. Naast je server plaats je daarin ook de router en aanverwante hardware om je online bedrijfsactiviteiten fulltime draaiende te houden. Een heel rack, als het gaat om de veelgebruikte 19 inch variant, bestaat uit 42 tot en met 47 units.

Huur je via colocatie rackspace, zoals een half rack, in een professioneel datacenter dan neem je ook diensten af rondom veiligheid en bewaking, klimaatbeheersing, brandpreventie, remote hands, certificering, stroom en back-ups daarvoor.

Hybride IT

Met hybride IT kun je flexibel gebruikmaken van zowel cloud oplossingen als van de eigen, traditionele IT-omgeving (on-premise). Een hybride IT-infrastructuur stelt je in staat de balans te vinden. Namelijk tussen enerzijds de opslag van en rekenkracht voor applicaties en data in de cloud, en anderzijds de opslag en rekenkracht ten behoeve van de meer precaire gegevens in de eigen, vertrouwde serveromgeving. Met hybride IT is deze verhouding op enig moment flexibel aanpasbaar. Cloud computing is eenvoudig, schaalbaar en vrij van investeringen in eigen hardware. Daarentegen biedt on-premise opslag, binnen de eigen IT-omgeving, meer veiligheid en controle over gevoelige data en de verwerking daarvan.

IP Connect (IP Transit)

Internet Protocol connect heeft betrekking op het leggen van een zakelijke internetverbinding bij een internet provider op het niveau van het datacenter: in dat geval noemen we het de transit provider. Deze biedt ‘datacenter internet’ met meer opties, capaciteit en snelheid dan standaard zakelijk internet zoals voor op kantoor. Huur je rackspace dan kun je voor je internetverbinding dus een IP connect aanvragen: een IP transit binnen je rack. Daarmee heb je een geavanceerdere internetverbinding die geschikt is voor een hogere poortsnelheid, en veelal een snelheid kent van minimaal 1Gbps of 10Gbps.

IPv4, IPv6

IPv4 staat voor Internet Protocol versie 4. IPv6 staat vanzelfsprekend voor Internet Protocol versie 6. Het Internet Protocol biedt een standaard adresindeling: het IP-adres. Dit geeft elke computer een uniek kenmerk, bestaande uit een numerieke reeks. Dit is onder meer nodig omdat op basis van die unieke identiteit alle systemen met elkaar kunnen communiceren.

De manier waarop de verdeling van deze adressen plaatsvindt, is voor het eerst bepaald in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Dat was het IPv4 internetprotocol. Dat betreft een 32-bits reeks cijfers, bestaande uit vier getallen tussen de 0 en de 255, telkens gescheiden door een punt. Omdat de ruime 4 miljard IP-adressen die IPv4 oplevert inmiddels vergeven raken, is er een opvolger: de bijgewerkte internetprotocolstandaard IPv6. Deze standaard houdt onder andere rekening met internet en de miljoenen computers die de markt nog betreden.

Het IPv6 internetprotocol heeft een 128-bits reeks voor alfanumerieke combinaties (dus van cijfers én letters) telkens gescheiden door een dubbele punt. Deze hexadecimale berekening biedt langere, maar vooral ook gigantisch méér unieke IP-adressen: 340 sextiljoen om precies te zijn. Een sextiljoen… is een getal bestaande uit maar liefst 39 cijfers.

Naast deze wezenlijke, toekomstbestendige uitbreiding kunnen met IPv6 tussen de onderlinge, unieke apparaten snellere, efficiëntere verbindingen worden gelegd. Tussen IPv6-adressen is namelijk rechtstreekse communicatie mogelijk, in tegenstelling tot bij IPv4.

IT-infrastructuur

IT-infrastructuur is het geheel van hardware, software en resources die nodig zijn voor het delen, transporteren en beheren van digitale data. De verspreiding en toepassing van deze data ondersteunt bedrijven, organisaties en consumenten in hun dagelijkse informatievoorziening en werkzaamheden.

kWh

kWh is de afkorting van kilowattuur. Dit is een eenheid voor het verbruik van elektrische energie, zoals bij het huren van colocatie in een datacenter. Stroomverbruik van 1 kWh staat gelijk aan 1000 watt aan energie gedurende één uur. kWh geeft onder meer het stroomverbruik van een apparaat aan. Is dit bijvoorbeeld 500 watt? Dan verbruikt het na 120 minuten één kWh. De prijzen van colocatie pakketten en abonnementen kunnen zowel inclusief de kosten voor stroom zijn als exclusief; op basis van verbruik van x eurocent per kWh.

LAN, WLAN

Het is een basisbegrip als het gaat om connectiviteit: een Local Area Network (LAN). Een LAN is een lokaal computernetwerk. Een alledaags voorbeeld hiervan is het netwerk thuis of op kantoor. Daarbij maken meerdere bewoners, medewerkers of andere gebruikers met hun apparaten zoals laptop, mobiel, smart TV en printer gebruik van hetzelfde LAN. Deze apparaten kunnen onderling met elkaar communiceren, waarbij de computerbestanden en data binnen het LAN snel tussen die apparaten uitwisselbaar zijn.

Een thuisnetwerk of kantoornetwerk – LAN – met toegang tot internet heeft minimaal ook een internetmodem en een (wifi-)router nodig. Meestal zijn deze gecombineerd in één apparaat. In plaats van bekabeling kan ook wifi de diverse apparaten binnen het LAN met elkaar verbinden. Logischerwijs is echter meestal sprake van een draadloze LAN, ofwel Wireless LAN, afgekort WLAN.

LOA

LOA is de afkorting van de term Letter Of Authorization – dan wel Letter Of Authority. Bij colocatie is het een praktische toestemming voor de uitvoerende partij, zoals de colocatie dienstverlener, om een verbinding aan te leggen, bijvoorbeeld een cross connect of metro connect. In dat geval ontvangt de colocatie dienstverlener via de aanvrager van de rackverbinding een LOA, afgegeven door de eigenaar van het andere rack.

Dankzij een LOA kan een partij het aanleggen van de benodigde patch(es) eenvoudig uitbesteden aan de colocatie provider. Het machtigingsdocument biedt hiervoor vastgestelde kaders. Een LOA bevat doorgaans minimaal de volgende informatie: welk(e) locatie, rack, patchpaneel, poort, type connector en type kabel.

Low Latency

Low latency, of in het Nederlands lage latentie, duidt (ook) bij colocatie op de kleinst mogelijke vertraging bij de overdracht van data over een internet-/communicatienetwerk. Bij elke digitale gegevensoverdracht is een vertraging onvermijdelijk, maar bij hoge kwaliteitsnetwerken ligt de nadruk op het bereiken van low latency. Dit draagt namelijk in sterke mate bij aan de snelst mogelijke netwerkverbindingen.

Metro Connect

Een metro connect gaat letterlijk verder dan een cross connect. Een cross connect in een datacenter is een inpandige, rechtstreekse verbinding van jouw serverrack naar het rack van een derde partij. Een metro connect is eveneens een rechtstreekse verbinding vanaf je (server)apparatuur, maar dan het datacenter uit. Namelijk naar een ander pand, veelal eveneens een datacenter, dat gelegen is binnen dezelfde metropool.

Voor het aanvragen van een metro connect is ook een LOA nodig: een Letter of Authorization (zie eerder op deze pagina).

Netwerk

Een netwerk(verbinding) is een communicatienetwerk voor het uitwisselen van data tussen computersystemen en elektronische apparaten. De netwerkverbinding is er voor de netwerkcommunicatie tussen bedrijven onderling en/of voor de connectie met het internet.

Patch

Patchen in de context van colocatie is het op maat configureren van netwerkconnecties in (en vanuit) een serverrack. Een patch is een schematisch onderbouwde aanpassing voor het leggen van een nieuwe netwerkverbinding, met behulp van fysieke elementen zoals netwerkkabels, patchpanelen, switches, netwerkpoorten, routers en/of modems.

Het rack dat zich bevindt in een datacenter, vormt het centrale punt voor het aanleggen van uiteenlopende connectiviteitsverbindingen naar andere racks, en van en naar de daarin aanwezige netwerkapparatuur. Naast een redundante opstelling met de genoemde patch componenten, hoort ook kabelmanagement bij het geordend indelen van het serverrack.

PDU

PDU staat voor Power Distribution Unit. Dit professionele stekkerblok verdeelt en reguleert de elektrische voeding naar de servers en overige hardware in de racks van het datacenter.

Deze stroomverdelers bieden stopcontacten voor datacenterapparatuur. Er zijn ook PDU’s die de mogelijkheid hebben van real-time monitoring, met bediening op afstand. De meest moderne uitvoeringen van de PDU bieden daarmee ook stroomregulering, overspanningsbeveiliging en actueel inzicht in het stroomverbruik.

Private Cage

Met een private cage in een datacenter beschikt een bedrijf of organisatie over meerdere serverracks die zijn omsloten door een transparant hekwerk. Verder heeft een private cage dezelfde eigenschappen als een private suite. Dit laatste is een serverruimte die niet alleen afgesloten, maar zelfs volledig ommuurd is.

Ook bij een private cage kan de onderneming de gehuurde reeks aan full racks zelf, en geheel op maat, indelen en inrichten met de eigen servers en hardware in hun beheer. Huur je als bedrijf meerdere racks in een private cage? Dan neem je ook overige, belangrijke colocatie diensten af. Denk aan de wezenlijke datacenter services zoals rondom beveiliging, bewaking, (nood)stroom, brandpreventie, koeling en certificering.

Private Corridor

Een private corridor biedt een onderneming of organisatie een afgeschermde ruimte in een datacenter. Met deze optie voor colocatie is een (kleinere) ruimte met de racks en daarin de bedrijfsservers uitsluitend bereikbaar voor de eigen medewerkers. Een private corridor heeft verder dezelfde eigenschappen als de grotere private cage en de private suite.

Private Suite

Een private suite in een datacenter biedt bedrijven een eigen, letterlijk volledig ommuurde en daarmee afgesloten ruimte met racks voor hun servers. Die privé colocatieruimte bestaat uit een kleinere of grotere reeks aan full racks. De onderneming kan de private suite zelf, en geheel op maat, indelen en inrichten met de benodigde servers en hardware.

Het datacenter en/of de colocatie dienstverlener bieden in en rondom de private suite, naast de racks, ook alle overige, redundante uitgevoerde colocatie faciliteiten. Zoals op het vlak van beveiliging, bewaking, (nood)stroom, brandpreventie, koeling en certificering.

Er zijn meerdere voordelen van het huren van een, volledig van andere datacenter klanten gescheiden, private suite. Denk aan gereserveerde doorgroeimogelijkheden, een afgeschermde toegang louter door eigen medewerkers, en aan een luxe bedrijfsimago.

Rack

Een rack in een datacenter is een kast voor het veilig en efficiënt plaatsen van servers en overige hardware voor IT-omgevingen, internet en telecommunicatie, met een gestandaardiseerde breedtemaat van 19 inch.

Een (full) rack is doorgaans 42 tot 47 Rack Units (RU of U) hoog. Hoe dan ook heeft ieder colocatie rack een hoogte die een veelvoud is van 1U. Elk zo’n afzonderlijke unit heeft de breedte van 19 inch ofwel 48,26 centimeter. De hoogte van een RU is 1,75 inch ofwel 4,445 centimeter.

In 1U past één platte server of andere IT-hardware met diezelfde standaard hoogte (1U). Vanzelfsprekend zijn voor 2U, 3U en 4U servers en – hardware ook evenzovele units nodig.

De diepte van een rack is meestal 100 centimeter of 120 centimeter. Verder hebben colocatie racks een rails voor de bevestiging van de apparaten. Andere termen voor deze rails zijn de rackstrip of het rackprofiel. Een rackstrip is 0,625 inch ofwel 15,875 millimeter breed. Daarmee blijft een ruimte van 17,75 inch ofwel 45,085 centimeter over voor het apparaat zelf; het gedeelte achter het frontpaneel.

Huur je een rack dan hoeft het niet te gaan om een full rack, maar kan het ook een shared rack zijn, zoals bijvoorbeeld een half rack.

Rackspace

Rackspace betekent in het Nederlands rekruimte en het is een begrip in de context van colocatie. Racks zijn gestandaardiseerde serverkasten die staan opgesteld in een datacenter. Rackspace huren voor het plaatsen van je server(s), router(s) en overige IT-apparatuur kan in de vorm van een full rack ofwel een heel rack, een half rack of een andere maat shared rack. De vaste eenheid waaruit racks zijn opgebouwd, is de Rack Unit (U). Daarbij is één unit in een (meest gebruikte) 19 inch serverkast 1,75 inch (4,445 centimeter) hoog.

Rackspace gaat gepaard met andere datacenter – en colocatie diensten zoals stroomvoorziening, zakelijk internet en redundante netwerkverbindingen.

Meer informatie? Zie onze uitgebreide uitlegpagina over rackspace.

Rack Unit (U) of (RU)

Een rack unit, afgekort U of soms ook RU, is de gestandaardiseerde aanduiding voor de hoeveelheid afgenomen rackruimte in een doorgaans 19 inch serverkast. De breedte van een rack unit is de genoemde 19 inch ofwel 48,26 centimeter, de hoogte van één zo’n unit is 1,75 inch ofwel 4,445 centimeter. Een full rack van deze afmetingen is tussen de 42U en 47U hoog. Een 47U serverkast heeft derhalve 47 keer één rack unit. In 1U past één platte server (1U) of één andere eenheid bijbehorende 1U netwerkapparatuur. Vanzelfsprekend heb je twee rack units nodig voor een 2U server, enzovoort. De diepte van een rack unit is 100 centimeter of, verkrijgbaar bij de betere colocatie dienstverleners, tegenwoordig eerder 120 centimeter.

Redundante Uplink

Een redundante (fiber) uplink zorgt voor een hogere beschikbaarheid, aangezien de betreffende netwerkverbinding daarbij bestaat uit (minimaal) twee fysieke verbindingen met (minimaal) twee verschillende netwerkpaden.

Een uplink verzorgt de netwerkverbinding tussen een lokaal netwerk (Local Area Network, LAN) naar een groter en breder netwerk (Wide Area Network, WAN). De serverhardware bevat hiervoor uplinkpoorten; voor het aansluiten van de netwerkkabels.

Redundantie

Colocatie diensten in een datacenter dienen redundant te zijn. Doel daarvan is de zogeheten beschikbaarheid blijvend te garanderen. Redundantie moet servers, hardware en bijbehorende IT-infrastructuur structureel werkend en online houden. Ook bij calamiteiten met als gevolg een onverwachte uitval van (een deel van) het netwerk en de basissystemen.

Redundantie is het resultaat van meervoudige uitvoeringen van alle primaire datacenter voorzieningen. Reserve back-upsystemen, -netwerkverbindingen en -apparatuur zullen in geval van nood deze voorzieningen instant overnemen. Denk aan paraat staande generatoren voor noodstroom en aan reserve internetverbindingen. Zo geeft, bijvoorbeeld, de specificatie N+1 aan dat er één extra voorziening klaar staat dan feitelijk nodig zou zijn.

Redundante colocatie diensten zijn echter ook een-op-een gekoppeld aan een slim fysiek ontwerp. Zoals een letterlijk fysieke scheiding en het gebruik van verschillende, kruislingse paden bij de bekabeling en de connecties van netwerk en hardware. Dit zorgt voor meerdere, onafhankelijke verbindingen, voor het uitsluiten van elke single-point-of-failure (een ook in Nederland gebruikte term, veelal afgekort tot SPOF).

Remote Hands (Smart Hands)

Remote hands is een serverruimte dienst voor het op afstand laten uitvoeren van handelingen in je serverrack, door daarin gespecialiseerde datacentermedewerkers. Veelal betreft het routinetaken aan de eigen IT-netwerkapparatuur. Denk aan het (laten) uitvoeren van visuele inspectie of het aanleggen van een eenvoudige bekabeling of aansluiting. Maar ook het op afstand oplossen van kleinere storingen is een typische remote hands dienst. Een andere term voor remote hands, in de context van fysieke hulp op afstand in een datacenter, is smart hands.

Het op aanvraag laten uitvoeren van relatief kleine technische handelingen bij je IT-apparatuur in het rack, bespaart je veel (reis)tijd. Bovendien zijn bij acute situaties, zeker op ongunstige momenten, remote hands een haast noodzakelijke dienst.

Router

Een router verbindt meerdere computernetwerken met elkaar. Zo kunnen digitale apparaten letterlijk de juiste route vinden van het lokale netwerk waarin zij zich bevinden naar het internet. Dankzij deze hardware kunnen dus meerdere apparaten de koppeling maken met één en dezelfde internetverbinding. Een netwerkrouter regelt deze internetkoppelingen met behulp van het internetprotocol (IP) en bijbehorende IP-adressen. De router kan ook lokale netwerken en de diverse, daarin aangesloten apparaten met elkaar verbinden. Dit voor het onderling delen van data, informatie en bestanden.

Server

Een server is een computer die ten dienste staat van andere computers; zorgt voor opslag en/of verwerking van bestanden en data; en websites, domeinen, e-mail en ander webverkeer online houdt. De aanduiding ‘server’ kan naast hardware ook betrekking hebben op software. Er zijn dan ook verschillende soorten servers. In de context van colocatie is er ten eerste de fysieke webserver. Deze geeft met het interne besturingssysteem, in combinatie met software, websites een plek op het internet, zodat ze online zijn. Een ander type server is de opslagserver, zoals die van cloud diensten die daarmee online opslagruimte aanbieden.

Serverruimte

Een serverruimte levert rackspace voor servers en overige apparatuur behorende bij de IT-infrastructuur. Deze rackspace bevindt zich in een datacenter. Naast de serverracks zijn daar optimale omstandigheden voor de hardware om veilig en onafgebroken te functioneren. Bij het leveren van een serverruimte horen professionele diensten gericht op de stroomvoorziening, koeling, brandveiligheid, beveiliging, certificering en het leveren van remote hands. Klanten van een serverruimte zijn bedrijven en andere organisaties; zij kunnen er hun apparatuur centraal, kostenefficiënt en betrouwbaar laten draaien.

Meer informatie? Zie onze uitgebreide uitlegpagina over serverruimte.

Shared Colocatie

Het begrip shared colocatie in de IT-wereld betekent een gedeelde huur van rackspace – serverkastruimte – in een datacenter. Ondernemingen en organisaties kunnen met shared colocatie hun (server)hardware efficiënt, kostenvoordelig, veilig én redundant stallen. Dat gebeurt in een datacenter. Deze heeft een ‘full focus’ op het bieden van onder andere fysieke rekruimte en een ononderbroken stroomvoorziening.

Bij colocatie delen bedrijven hun rackspace met andere afnemers. Zo hoeven zij niet zelf te investeren in het benodigde pand, de infrastructuur en andere voorzieningen en menselijke kracht die helpen bijdragen aan het structureel online laten houden van de servers en applicaties.

Shared Rack

Een shared rack is een gedeelde rackspace: een x-aantal Rack Units (RU of U) in een serverrack die staat opgesteld in een professioneel datacenter. Bedrijven huren deze gestandaardiseerde rekruimte voor het veilig plaatsen van hun eigen servers, routers en aanverwante hardware. Naast een shared rack is ook colocatie mogelijk met afname van een full rack. Rackruimte huren in een datacenter, zoals een shared rack, omvat veel méér dan alleen het fysieke gebruik van een deel van dat serverrek. Namelijk, ook colocatie diensten zoals back-up stroomvoorziening, koeling, brandveiligheid, bewaking, remote hands en certificering maken er onlosmakelijk deel van uit.

Uplink

Een uplink in de context van colocatie verwijst naar bijbehorende netwerkverbindingen van een Local Area Network (LAN) naar een Wide Area Network (WAN). Binnen serveropstellingen en andere computernetwerken gaat een uplink bijna letterlijk ‘omhoog’ van een klein, lokaal station naar een hoger netwerk. De serverhardware bevat hiervoor uplinkpoorten; voor het aansluiten van de netwerkkabels.

UPS

UPS is de afkorting van Uninterruptible Power Supply. Vertaald naar het Nederlands: UPS is een voorziening voor het ononderbroken leveren van stroom. Dit is een ronduit noodzakelijke voorziening voor servers in een datacenter. Deze servers moeten immers websites en andere internetapplicaties, waaronder veel elementaire, onafgebroken draaiende houden.

Bij uitval of haperingen van de reguliere energievoorziening, zal UPS het offline gaan van sites en apps moeten voorkomen, evenals eventueel dataverlies en andere hard- en software defecten. De back-up noodstroomvoorzieningen binnen de UPS staan gereed om, indien noodzakelijk, instant de netvoeding over te nemen. Uninterruptible Power Supply maakt voor de tijdelijke stroombuffer vaak gebruik van generatoren en opgeladen accu’s.

VLAN

Om op grotere schaal en daarmee kostenefficiënt meerdere LAN’s te kunnen creëren, is er VLAN: een Virtual Local Area Network. Hierbinnen is plaats voor het digitaal scheiden van elke LAN, in plaats van elke LAN te moeten scheiden door middel van fysieke bekabeling.

Een LAN is een afgeschermd, lokaal computernetwerk waarbinnen de aangesloten apparaten snel data en bestanden kunnen uitwisselen. Via VLAN is in één klap een grote hoeveelheid van deze onafhankelijke LAN’s te realiseren. Bij deze virtuele opdeling krijgt elk afzonderlijk Local Area Network zijn eigen digitale kenmerk mee.

Een VLAN biedt ook snelle uitbreidingsmogelijkheden voor LAN’s. Stel, een onderneming wil zijn LAN dat is opgesteld in zijn datacenter rack, koppelen met zijn kantoor elders in het land. De colocatie provider kan hierbij dan assisteren zonder allerlei fysiek kabelwerk te hoeven verrichten. In plaats daarvan kan een VLAN toegekend worden die deze route snel en efficiënt aflegt, binnen de reeds aanwezige netwerkbekabeling van de colocatie provider.

VRRP

VRRP staat voor Virtual Router Redundancy Protocol. Dit is een redundant netwerk protocol voor routers. Valt de primaire router of één van de interfaces daarvan uit? Dan zorgt VRRP automatisch voor een zogeheten failover. Bij uitval van de functionaliteiten van de primaire router stuurt VRRP hiertoe instant een klaarstaande, secundaire router aan.

Bij VRRP is de reserve router exact geconfigureerd conform, en direct gekoppeld aan, de eerste. Op die manier vormen deze twee fysieke, redundant gescheiden exemplaren virtueel gezien één en dezelfde router. Mede dankzij een identiek virtueel IP-adres en gelijke default gateway voor de firewall, kan de back-up router de eerste indien nodig direct overnemen. Dit protocol verhoogt de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de netwerkverbinding.

WDM Connect

Bij Wavelength Division Multiplexing (WDM) bestaat één glasvezelkabel uit verschillende golflengtes van licht, met elk een kleur. De ingaande kleur is hetzelfde als de uitgaande. Aan de ingangszijde krijgt het licht van elke afzonderlijke golflengte / kleur telkens een unieke bron van informatie mee. Op die manier kan een WDM fiber, via één enkele kabel tegelijkertijd meerdere, onafhankelijke (internet)verbindingen leveren.

Gebruikmaken van meerdere verbindingen door één fiber is een efficiënte en daarmee voordelige oplossing voor wie meerdere, of zelfs vele, losse verbindingen nodig heeft. Los van een investering in de aansluitapparatuur neem je via WDM immers slechts één fysiek glasvezeltraject af – in plaats van een apart traject voor elke afzonderlijke verbinding. Wel ben je voor al die (internet)verbindingen afhankelijk van die ene WDM fiber.

Bij WDM Connect is er onderscheid tussen CWDM (Conventional/Coarse Wavelength Division Multiplexing) en DWDM (Dense Wavelength Division Multiplexing). Bij CWDM kunnen er maximaal 18 kleuren door de glasvezelkabel. Bij DWDM zijn er tot wel 160 kleuren mogelijk.

Zakelijk Internet

Websites en andere, essentiële online bedrijfsactiviteiten en -diensten draaiende houden. Dat vereist zakelijk internet. Het wezenlijke kenmerk daarvan is een grotere waarborg van de werking ervan, veelal in combinatie met een contractueel afgesproken beschikbaarheid.

Meer weten over de IT-wereld van colocatie, datacenters en rackspace?

Neem vrijblijvend contact met ons op.